woensdag 18 september 2013

Is Parkstad model wel de beste oplossing voor de voormalige Mijnstreek.??




Denkbeeld Parkstad Limburg

Het Netzstadt model en versterking van bestaande netwerken biedt regio meeste perspectief.

In 2015 zal in het gebied, dat tegenwoordig als Parkstad Limburg aangeduid wordt, de 50-jarige sluiting van de mijnen worden gevierd. Dit nodigt uit om een blik te werpen op de maatschappelijke veranderingen die sindsdien hebben plaatsgevonden. De vraag die dan al snel naar boven komt: kan de ‘voormalige mijnstreek’ eigenlijk wel transformeren naar ‘Parkstad Limburg’?

We beginnen op het moment dat het gebied – zonder gedefinieerde grenzen – de stempel ‘voormalige mijnstreek’ losliet en zichzelf benoemde tot Parkstad Limburg. Het verhaal gaat dat een wethouder van Heerlen door zijn stad liep en in de verte Limburgse heuvels zag liggen. Hierop volgde een eurekamoment waarbij alles samenviel; Parkstad Limburg was geboren. De argumentering verliep als volgt: het gebied bestaat uit een agglomeratie van verschillende steden en dorpen met daartussen ‘restland’. Deze kunnen we transformeren naar recreatiegebieden.

Deze gechargeerde weergave van de benoeming tot Parkstad Limburg is metaforisch voor omgang van het bestuurlijk apparaat met de ‘problematiek’ in het gebied. Symptomen van een veranderende samenleving worden bestreden met oplossingen die uit een autonoom functionerend beleid voortkomen.

Ruhrgebied, Randstad en Parkstad
De ambities van de initiatiefnemers van Parkstad Limburg liggen hoog. De belangrijkste speerpunten in het beleid zijn de herstructurering van woonwijken en de verbetering van de infrastructuur. Uit verschillende rapporten en onderzoeken blijkt dat hiervoor vaak de vergelijking met de Randstad en het Ruhrgebied wordt gezocht. Uit diezelfde rapporten blijkt dat deze gebieden het ideale eindresultaat representeren: een mix van steeds verder urbaniserende en recreatieve gebieden uit de Randstad, gecombineerd met een nieuwe creatieve industrie uit het Ruhrgebied.

Een sprekend voorbeeld van dit beleid is de aanleg van een ringweg door alle gemeentes die zich bij Parkstad Limburg hebben aangesloten. De buitenring wordt aangelegd om het gebied beter bereikbaar te maken:

De regio Parkstad is een versnipperd gebied, vooral infrastructureel. Inwoners en bedrijven hebben daar dagelijks last van. Het verkeer vindt maar moeizaam zijn weg door het gebied en bedrijven zijn lastig te bereiken. De Buitenring zal ’n hoop problemen gaan oplossen. Bovendien biedt de Buitenring de kans om het nu versnipperde gebied beter en ook aantrekkelijker in te richten: een omgeving waar het prettig wonen, werken en leven is. En waar je volop kunt genieten van de natuur en tal van recreatieve voorzieningen.”

Met de aanleg van de ringweg moet dit ‘probleem’ tot de verledentijd behoren. Bij de fysieke aanleg wordt paradoxaal genoeg één aspect buiten beschouwing gelaten: maatschappelijke draagkracht. Voor inwoners, sinds enkele jaren Parkstad Limburgers, bestaat deze problematiek helemaal niet. Zij weten de weg en kennen het onderscheidt tussen dorpen, steden en hetgeen daartussen. De imaginaire kaart van inwoners is door de jaren heen gegroeid en verbeeldt de identiteit van het gebied. Deze kaarten zijn collectief, ze worden gevormd door een netwerk van oorspronkelijke lintbebouwing met kernen. De latere uitbreidingswijken door mijnbouw vormen een logische aanvulling op dit netwerk.

Netzstadt
In het beleid voor de nieuwe Buitenring wordt terecht geconcludeerd dat het gebied uit een complex en gelaagd netwerk bestaat. De vraag is echter waarom er nog een extra laag, de ringweg, aan dit netwerk wordt toegevoegd. Het Parkstad Limburg-beleid tracht hiermee het gebied verder te urbaniseren, terwijl het juist in een proces van de-urbanisatie zit.

Wanneer we Franz Oswald’s Netzstadtmodel op de herstructurering van het gebied zouden toepassen, zou enkel het bestaande netwerk opgehelderd en versterkt worden. Oswald’s model stelt dat het land(schap) altijd de vorm en beperkingen van stedelijkheid bepaalt. Hierdoor ontstaan netwerken die innig verbonden zijn met het land(schap), zoals de lintbebouwing in de voormalige mijnstreek. Het resultaat van deze methode zou een oplossing geven die beter aansluit op de toestand en toekomst van de voormalige mijnstreek. Een netwerk van dorpen en steden, ingebed in het landschap, dat onder invloed van maatschappelijke veranderingen kan groeien en krimpen.

‘Power-to-the-people-parkjes’
Met Netzstadt als strategie, die zowel rurale als urbane kwaliteiten een plaats geeft, kan ook een uitspraak worden gedaan over het tweede speerpunt van Parkstad Limburg: herstructureren van woonwijken.

Bij de pragmatische uitvoering van dit speerpunt blijkt dat hier twee methodes voor gehanteerd worden. De eerste zien we terug in uitbreidingswijk De Kakert. Enkele jaren geleden was deze wijk volledig verlaten en bestond het straatbeeld uit dichtgetimmerde arbeiderswoningen uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Een exemplarisch wijkje voor de verandering die het gebied doormaakt. Herstructurering vond plaats door de bestaande suburbane woonwijk te slopen en een nieuwe suburbane woonwijk te bouwen. Het grote verschil met wat er voorheen stond: het geheel is opgetrokken uit een eenentwintigste eeuw baksteen. In wezen is hier dus niets ‘geherstructureerd’. De suburbane woonwijk blijft bestaan samen met het overschot en ongeschiktheid van dit soort woontypologieën. Over tien jaar, als het nieuwe wel van de baksteen af is, komt de wijk weer met hetzelfde probleem te zitten. Zo niet, dan verschuift het moeiteloos door naar een van de andere woonwijken in de voormalige mijnstreek.

Bijvoorbeeld naar het Aldenhofpark, een buurt grenzend aan het centrum van Hoensbroek. Hier wordt methode twee van de Parkstad Limburg strategie toegepast: indien er geen draagvlak – lees financiering – is voor nieuwe woningen, ontwikkel dan een Brede Maatschappelijke Voorziening (een multifunctioneel centrum) en maak van lege kavels ‘power-to-the-people-parkjes’. Daar is het weer: ook hiervoor is een Brede Maatschappelijke Draagkracht nodig.

Geo-culturele context
Een van bovenaf opgelegde voorziening met bijbehorend parkje heeft dan ook weinig kans van slagen. Dergelijke initiatieven hebben alleen kans van slagen als zij uit burgerinitiatief voortkomen. Filosoof en econoom John Gray schrijft over deze machtsingrepen dat men denkt dat alles tegenwoordig uit lineaire processen bestaat – dat processen groeiend en vervolgens definitief zijn – maar dat in feite alleen de wetenschap en technologie tot deze lineaire processen behoren. Domeinen als cultuur, politiek en maatschappij zijn cyclisch van aard. Zij hebben niet als doel een definitieve oplossing voor deze domeinen te vinden, maar enkel om hen stand te houden.

In het geval van ‘wonen in Parkstad Limburg’ betekent het dat bij herstructurering woonwijken beter gekeken zou moeten worden naar maatschappelijke veranderingen die plaats vinden en naar de culturele context waar deze wijken zich in bevinden. Of het nu de oorspronkelijke lintbebouwing of mijnconcessies betreft, het gebied heeft altijd een innige verbinding met het (gecultiveerde) land gehad.

Cyclische benadering
Wanneer het gebied als cyclisch proces, in plaats van Parkstads lineair proces, wordt benaderd, kan het gebeuren dat een woonwijk teruggegeven wordt aan het landschap of een wijk een andere structuur aanneemt, die van een ruraal leefgebied. Met deze strategie worden cyclische processen in stand gehouden, want ooit bestond dit gebied uit niets anders dan land, dorpen, steden en rurale leefgebieden.

Hier ligt het verleden, maar ook de toekomst van het gebied. Met de mogelijke InternationaleBauausstellung 2020 in Pakstad Limburg ligt er onbedoeld een kans de gekozen strategie te herzien. Laten we niet meer de Randstad als voorbeeld nemen, maar Netzstadt.

maandag 9 september 2013

"The WINNER is..................................?


,

 

Ook in de wijk de Kling is de uitspraak van de RvS ingeslagen als een Bom . Niet verwacht maar toch gevallen.
Na een dergelijke uitspraak is het goed na een nachtje slapen e.e.a.  nuchter te analyseren.

Ik denk dat gedeputeerde E Koppe net als alle andere Provinciale ambtenaren deze uitspraak net zo min hadden verwacht als wij. 

Verbazing alom, want nu zijn zij officiëel aan zet , met een door hun zelf gecreëerd scenario.
En de vraag hoe nu verder want dat zal op zich voor hun nog een hele kluif worden ( nadat de eerste kruitdampen zijn opgetrokken het slagveld overziend ). 

Hoe gaat men de burgers van Parkstad en bezoekers maar ook inwoners van de betrokken wijken goed en duidelijk informeren over de te nemen maanden lange verkeersverstorende werkzaamheden en akties, op welk tijdstip en met welke overlast en maatregelen, wetende dat er nog een bodemprocedure in het verschiet is die het hele Inpassingsplan BPL nog kompleet onderuit kan halen. 

En dan praten we nog niet over eventueel optredende tegenvallers omdat zij zoals uit allerlei ons bekende stukken nog heel wat vragen en problemen niet zijn opgelost. Want in principe mag men wel met de voorbereidende weg aanleg trace Rimburgerweg-Hommerterallee beginnen, hoe zit dat dan met alle waterhuishouding.rioolhuishouding en andere leidingen, kunstwerken wel of niet afgebouwd? Etc etc. 

Er Is natuurlijk voor hun nog een alternatief scenario denkbaar (nadat RvS eventueel in bodemprocedure de totale aanleg inpassingsplan BPL  AFWIJST.) en dat is men bouwt het reeds aangelegde deel Rimburgerweg-Hommerterallee af met andere aansluitpunten dan eerder in het inpassingsplan bedoeld. Want tegen dit gedeelte kan de RvS geen akties meer tegemoet zien want die heeft hij nu toch goedgekeurd. ( of zie ik dit verkeerd? ). 

Hoe dan ook het pakt voor de betrokken wijken en woongebieden van Brunssum Noord  heel slecht uit qua geluidsoverlast en fijnstof-stikstofbelasting. ( met dank aan onze wethouder E Geurts ( inkl zijn lobyisten) die nog steeds gelooft in een toekomst van Economische groei en Toeristische ontplooing van de Oostflank). 

Niemand van de Provincie Limburg en Gemeente Brunssum heeft na de uitspraak RvS de burgers van deze gemeente ook maar op enegerlei wijze bedankt voor hun vrijwillige deelname aan de BPL discussie tijdens dit jarenlange proces hetgeen getuigd van het feit dat wat de Provincie en Parkstad gemeenten bij het begin in een van de glossy folders ons mededeelde "elke mening telt" slecht een wassen neus was.


De aanleg van dit trace gedeelte werd mogelijk gemaakt door de "gronddeals" tussen Provincie Limburg en (Grootgrondbezitter)  Marchant d'Asembourg
 

donderdag 5 september 2013

Tenslotte..............................


UITSPRAAK              RAAD van STATE



http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=75626


Je kent dat wel op een heel mooie zomerdag genieten van het prachtige weer komt ineens een geheel onverwacht negatief bericht in jouw leven.

Weer zo'n dag als er al eerder eens gebeurde, dingen die je ontroeren, jouw leven in de war maken of ontwrichten. Soms betreft het jezelf, maar ook wel eens slaat het noodlot  heel dicht bij jou in de direkte familie of gezin en of leef omgeving en verwoest het al jouw plannen en ideëen voor een prettige en onbezorgde toekomst.

4 sept 2013 is zo'n dag.

Na bijna op de kop af 40 jaar wordt er in het direkte leefgebied van Brunssum-Noord, waar het goed toeven is in prachtige heuvellandsschap van het eeuwen oude Merkelbekerbeekdal ( Bronnenbosje) en Rode beek dal en aansluiting op Tevenerheide.

Een gebied waar zich al eeuwen voor ons mensen hebben gevestigd vanwege het zuiver water in de bronnen en beken en het voedselaanbod van de landbouw en jacht.

Kortom een ambtelijke strijd tussen Provincie en Gemeenten van bijna 40 jaar maakt dit alles teniet, zomaar omdat men met een onzekere verwachting naar uitbreiding van economische en toeristische ontwikkeling wil herrindelen voor deze doeleinden.

De provincie zal dit 6 km lange trace gedeelte aan de Noordzijde van Brunssum tussen Rimburgerweg en Hommerterallee gaan voorbereiden met grondwerk t.b.v 2 x 2 baans weg ,regenwater-riool, inkl ingraving wegprofiel en aanleg wallen in het heuvellandschap.
ZONDER het wegdek te asphalteren. Dit in afwachting van de uitspraak Bodemprocedure van de RvS eind 2014-begin 2015 aansluitend aan de uitspraak van het Europese hof over de stikstofuitstoot in de Natura 2000 gebieden Geleenbeekdal en Brunssummerheide die nog als restant voor het komplete Inpassingsplan BPL een obstakel vormen.

Theoretisch kan hierdoor het hele (originele BPL inpassingsplan) nog vernietigd worden.

Maar zal niets afdoen aan het reeds eerder zie bovenstaande aangelegde 6 km weg gedeelte dat dan beslist door de Provincie en Gemeente Brunssum definitief gemaakt zal worden inkl asphalt en gebruikslaar voor het verkeer ( zij het met her en der een omleiding of aanpassing t.b.v. lokale wegennet)   

Of hiermee uiteindelijk recht gedaan wordt aan het ooit door de Provincie opgezette en strikt verdedigde plan van een ringweg rond Parkstad laat ik dan over aan het oordeel van de lezer en inwoners van Parkstad en daarbuiten

Hoe het ook zij vele burgers hebben al hun inzet en kundigheid gebruikt om de Provincie en Gemeenten vanaf het begin vrijwillig en kostenloos van advies gediend met hun inzicht mening ,ideëen en voorstellen om samen met hun tot een goede infrastrukturele (pieken) oplossing te komen in de door de jaren in elkaar gegroeide dorpskernen met al hun eigenzinnige nut en noodzaak lokale wegenaanleg.

Hoe dan ook mijnsinziens zal dit trajekt van 6 km en later eventueel de hele BPL hierin geen verbetering brengen, mede omdat het individuele woonwerk (school)vervoer  v.v. zich niet laat leiden door aanwezige wegen maar door persoonlijke individuele keuzes, mede in combinaties met het daarop lopende beroeps-en openbare vervoer .


Laat ons hopen dat de Provincie haar woord houdt en naar de woonkernen waarlangs en waardoor dit 6 km lange trajekt wordt aangelegd voldoende maatregelen worden getroffen die het leefklimaat en de gezondheid en veiligheid van haar burgers beschermen.

.